maandag 5 maart 2012

Dweilen met de kraan open.

“Dweilen met de kraan open.” kan wel een spreekwoord zijn dat vrijdag 24 februari van toepassing was. Na een weekje in class 2 te staan begon ik de klas wat te kennen, dacht ik. Ik wist wel dat het niveau niet hoog lag. En inderdaad, je mag geen te hoge verwachtingen stellen. Maar soms ben je gewoon aan het einde van je Latijn om de kinderen nog maar iets mee te geven. De vragen vliegen door je hoofd. De woede wordt terug aangewakkerd wanneer ik terug begin te schrijven over de les. Woede is misschien niet het juiste woord. Eerder onmacht. Onmacht tegenover de het Keniaans onderwijsnet. Leerlingen beginnen in het eerste kleuterklasje al te leren over cijfers. Waar ze later dat jaar aanvankelijk mee beginnen te rekenen. Voorbeeldje: “Er liggen 4 mango’s, ik neem er 1 weg. Hoeveel mango’s blijven er nog over?” Dergelijke rekenverhalen horen thuis in een eerste leerjaar! Op die leeftijd zijn ze rijp genoeg om zo’n vragen te beantwoorden. Laat een kind, kind zijn. Probeer niet zo’n leerstof op te dringen. Dit werkt niet. De filosofie hierachter is, hoe vroeger de kinderen beginnen aan de leerstof, hoe slimmer ze worden. Hoe langer ze op school zijn, hoe beter ze de leerstof beheersen. Op een zeker hoogte kan ik mij nog wel vinden of beter gezegd ik begrijp wel waarom ze zo denken. Maar onderwijs is niet enkel zitten en luisteren, bordschema’s overschrijven en oefeningen oplossen. De kinderen hebben nood aan begeleiding op maat. Lessen waar iedereen betrokken blijft, … 


Na deze kleine uiteenzetting zal ‘k even mijn ervaringen hierbij noteren. Ik heb heel de week gewerkt rond maaltafels. Maar helaas moest ik van Miss Dorothy al overgaan naar het volgende thema “Divisions” of delingen. Je moet geen hoge studies gedaan hebben om te begrijpen dat de maaltafels geautomatiseerd moeten zijn voor je aan delingen kan starten … Maar helaas, de proefwerken stonden voor de deur dus de hoofdstukken moesten bekeken worden. Dus mijn eerste lesjes gingen van start om alles gelijk te verdelen. “Share equally” Ik heb geprobeerd om met de spullen die in handbereik lagen de verdelingen zo visueel mogelijk te maken. “We hebben 4 dopjes. Ik zou graag 2 gelijke groepjes zien. Dus we leggen 1 dopje links, 1 rechts. Dit herhalen we tot er geen dopjes overblijven.” Questions: “Hoeveel lagen er in het begin? Hoeveel dopjes liggen er in 1 groepje?, …” Dit verliep nog vlot. Omdat dit zo vlot verliep mocht ik van Miss Dorothy na break-time verdergaan met de schriftelijke oefeningen. Weer een tegenstrijdigheid waar je machteloos tegenover staat. De basis is nog niet half gelegd en toch moesten ze al oefeningen gaan maken. Want zo konden de ouders zien hoe goed ze wel in de klas hadden gewerkt. Goed of niet goed gemaakt, dat maakt niet uit. Zolang de oefeningen maar in het werkschriftje stonden. Ik wist van de observaties hoe de oefeningen gemaakt werden. Dus nam ik deze manier over, dit is iets waar ik ook in de fout ben gegaan. Ik had een bordschema gemaakt zodat ze alles konden overschrijven om aan de oefeningen te staren. In het begin maakte ik de oefeningen klassikaal. Dit liep wel maar enkel de slimmeriken gaven steeds het correcte antwoord. Op deze manier werden de oefeningen snel vervolledigd. Maar de betrokkenheid viel als een kaartenhuisje in elkaar wanneer ze alleen aan de slag mochten gaan. Al snel gingen de vingers de lucht in. De vragen kwamen van overal. Ik herhaalde een deel klassikaal maar de aandacht was ver te zoeken. Moeilijk om de African style aan te passen. Het voelde als falen aan. Hetgene wat me in België zo vaak lukte, werkte hier niet. Ik heb fouten gemaakt, deze fouten moeten rechtgezet worden. Maar die dag werd het me allemaal te veel. Ze stuurden me naar het volunteerhuis om even terug op mijn positieve te komen. 


Lag dit nu aan mij? Lag dit nu aan de kinderen?
Nee, de kinderen hebben de capaciteit. Allemaal hebben ze het vermogen om de maaltafels, deeltafels, optellingen en aftrekkingen op een zeker niveau te beheersen. De gelijkenissen zijn weer snel geschetst. Net zoals bij ons, kan elk kind het. Maar ze hebben allemaal nood aan de nodige begeleiding om zo hun doelen te bereiken.


Zelf ga ik mijn doelen ook aanpassen. De sprongen die ik wil maken, gaan ingeperkt worden. Je bent een Westerse leerkracht die heel dit Afrikaans onderwijsnet niet kan aanpassen. Maar je kan wel met kleine insteken en voorbeeldjes de leerkrachten helpen en laten inzien dat sommige methodes wel echt werken en sommige helemaal niet. 


Zeker niet slecht om even met je neus flink tegen de muur te lopen. Van deze fouten word je alleen maar sterker.


Bedankt.


Enkele dagen geleden zat ik samen met Miss Dorothy te verbeteren en kwamen de gesprekken voor het eerst goed los. Nadat er wat proefwerken gecorrigeerd werden, vroeg ze aan mij wat er met me aan de hand was afgelopen vrijdag. Ik heb mijn verhaal tegen haar gedaan en ze voelde zich schuldig over hoe het verlopen was. Dit is iets prachtig Keniaans. Ze leven enorm mee met hun omgeving. Dit is iets wat van kleins af er al in zit. Want Miss Dorothy vertelde me ook dat het na mijn les niet meer lukte om de kinderen iets bij te brengen. Ze zaten allemaal voor zich uit te staren en wisten niet wat van hen verwacht werd. They felt sorry for me. Terwijl ze er helemaal niets aan konden doen. Miss Dorothy heeft dan maar de lessen tijdig stopgezet omdat zowel de kinderen als zijzelf de dag niet meer konden verderzetten. Toen ze dit vertelde kreeg ik er kippenvel van. Zelf sta ik nog maar enkele dagen in de klas en ken ik de kinderen nog niet zo goed. Toch voel je jezelf op zo’n moment aanvaard en ben je een deel geworden van class 2.

1 opmerking:

  1. Misschien voelt het zo Stijn, maar toch, nee het is niet dweilen met de kraan open, maar er is heel veel werk en het vraagt heel veel tijd en, het is anders, zo anders... blij dat je het mooie ervan terugvond, blijf het zien, enkel zo is het van betekenis! Genegen, auntie Hilde

    BeantwoordenVerwijderen